Heel vroeger werden er ook al messen gebruikt. Toen hadden ze eigenlijk nog geen zakmessen, maar gewone messen. Mensen hadden heel vroeger geen broek of zo waar ze een zakmes in konden doen. Later vonden mensen het wel handiger als een mes een zakmes was. Want dan kon je het makkelijker in je zak stoppen en kon je je er niet meer aan snijden.
De geschiedenis van het zakmes, begint dus eigenlijk met de geschiedenis van het gewone mes in de steentijd.
In de steentijd, de bronstijd en in en na de ijzertijd gebruikten mensen messen voor de jacht, om land te bewerken en te oogsten en om vijanden weg te jagen of te doden.
Steentijd
De steentijd was van 14000 tot 2000 voor Christus. In de steentijd werden messen gemaakt van vuursteen. Vuursteen heeft vaak hele scherpe kanten. Ze maakten de vuursteen vast aan een houten tak. In die houten tak hadden ze een groef gemaakt. En ze plakten de vuursteen vast met hars of ze bonden de steen vast met een soort touw dat ze van leer hadden gemaakt.
Bronstijd
In de bronstijd was van 2000 tot 800 voor Christus maakten de mensen messen en gereedschappen van gesmolten tin en koper. Ze hadden toen ontdekt dat die metalen in de grond zaten en dat ze die konden gebruiken om dingen te maken door het te smelten en in een vorm te gieten. Vroeger ging dat namlijk zo:
Eerst maakten ze een vorm van klei.
Dan gingen ze het koper of tin smelten.
Het gesmolten tin of koper goten ze in de kleivorm en dan lieten ze het afkoelen.
Als het een beetje afgekoeld was, hamerden ze het in de goede vorm.
Tot slot gingen ze het slijpen en was het klaar voor gebruik.
Eigenlijk waren de messen van koper en tin niet zo handig, want tin of koper zijn zachte soorten metaal. Dus de messen gingen snel kapot, omdat ze braken, krom werden of niet scherp meer waren.
IJzertijd
In de ijzertijd (800 tot 50 voor Christus) werd er ijzererts uit de moerassen gehaald. IJzererts is een steensoort met kleine stukjes ijzer er in dat omgesmolten moet worden om het ijzer eruit te krijgen. Ze deden dat in die tijd het hetzelfde als in de bronstijd.
Ze maakten net zoals in de bronstijd kleivormpjes, waar ze het gesmolten ijzer in deden. Op die manier gingen mensen een hele tijd messen maken en gebruiken.
Middeleeuwen
In de middeleeuwen gebruikten ze de messen, niet meer alleen voor de jacht, in gevechten en oorlogen en op het land. Ze gebruikten messen ook zoals we ze nu gebruiken. Om namelijk netjes alles te snijden. Wij hebben het bestek wat zij toen hadden mooier een misschien scherper gemaakt. En nu bestaan er weer hele anderen soorten messen/zakmessen.
Vanaf 1800
Na 1800 werden in Frankrijk en in Duitsland voor het eerst met de hand zakmessen gemaakt en gebruikt. Messen die je in kon klappen. In Zwitserland maakten ze vanaf die tijd speciale zakmessen voor in het leger met handig gereedschap erin. Een van die dingen is dat het zakmes speciaal zwaarder was gemaakt zodat je iemand bewusteloos kon slaan.
Nu worden de zakmessen in fabrieken gemaakt en worden hele sterke metalen gebruikt om een sterk en heel scherp mes te kunnen maken. In fabrieken kan het metaal met veel hogere temperaturen gesmolten worden en kan door het gebruik van machines snel een heel sterk en scherp mes gemaakt worden.
Maak jouw eigen website met JouwWeb